De kracht van willen

De vraag naar technische vakmensen blijft groeien. Tijdens de VTi ontbijtsessies leren de partners van elkaar hoe innovatie – technisch én mensgericht – helpt om sterker te worden in instroom, ontwikkeling en behoud van medewerkers. Ondernemers die het verschil maken met visie, lef en resultaat krijgen het podium om te vertellen hoe ze een specifiek thema hebben aangepakt en wat ze onderweg allemaal hebben geleerd. Tijdens de drukbezochte ontbijtsessie van maandagochtend 1 december 2025 was het woord aan Timo van Rosmalen die vertelde hoe InnQ in drie jaar tijdeen enorme groei heeft meegemaakt. 


Als Timo zichzelf voorstelt aan de aanwezigen, vertelt hij dat hij aan het begin van zijn loopbaan als leerling monteur elektrotechniek zelf de kans heeft gekregen van een leidinggevende om een nieuwe functie te proberen - ‘ik ben er voor je’ - en dat hij dat altijd heeft onthouden. InnQ biedt medewerkers én leerlingen de kans om te leren door te proberen, ook als dat spannend is. Timo: ‘Niemand wordt geboren met een steeksleutel in z’n hand.’ 


Timo heeft een kraakheldere boodschap aan de volle zaal: InnQ is in drie jaar tijd zo gegroeid dat het aantal fte bijna verdievoudigd is en de omzet verdubbeld. Timo: ‘Drie jaar geleden zeiden we tegen elkaar: “als we écht willen groeien, dan moeten we er ook voor gaan”.’ Want ook bij InnQ kampte men met schaarste en concurrentie om talent, met hoge verwachtingen van nieuwe generaties en met projectdruk en deadlines. En dus gooiden ze het roer om, maar wel met de kernwaarden samenwerken, betrokkenheid en waardering altijd in het achterhoofd. Niet alleen focussen op de zelfstandige monteur waar je flinke factor voor betaald via bureau X en maar afwachten of je zo iemand in je bedrijfscultuur meekrijgt. Maar investeren in leerlingen - en onder leerlingen verstaan ze bij InnQ ‘iedereen die nieuw is in de techniek en iets wil’. Investeren in de volgende generatie technici door nieuwe collega’s zelf op te leiden en te voorzien van InnQ DNA. 


De aanwezigen waren zeer geïnteresseerd in hoe InnQ dat heeft aangepakt. Timo: ‘De eerste stap was om draagvlak te creëren in de organisatie in alle lagen. Om mensen over de initiële terughoudendheid en weerstand heen te krijgen, hebben we een denktank opgericht met mensen van binnen, buiten, projecten, service. Zij hebben zelf een plan van aanpak gemaakt.’ Belangrijke onderdelen van dat plan van aanpak zijn het stellen van ambitieuze doelen, het vieren van successen en het werken aan zichtbaarheid door bijvoorbeeld scholen te bezoeken. En niet te vergeten: het inzichtelijk maken van de kosten. 


Om projectleiders en chef-monteurs actief te betrekken, moet je kunnen laten zien wat investeren in leerlingen oplevert, behalve urenoverschrijding. Timo: ‘Het gaat er om dat je mensen meeneemt wat er aan de hand is. Die gasten worden er dan écht enthousiast van!'. Het lukte InnQ dus om het overgrote deel van de medewerkers mee te krijgen en te behouden. 


Vooral het kostenplaatje rondom het aannemen van leerlingen ten opzichte van detavaste constructies levert veel bewondering op. Natuurlijk zijn leerlingen niet allemaal even vakbekwaam als een zelfstandig monteur, maar ze hebben het DNA van jouw bedrijf. Of zoals een aanwezige concludeerde: ‘De winst zit in de toekomst, na tien jaar gaat dit explosief omhoog’. Timo geeft toe dat het echt niet altijd makkelijk is geweest, die periode van overbrugging krijg je er onvermijdelijk bij. ‘Je gaat als directeur niet altijd naar huis met de populariteitsprijs.’ Nu gaan de eerste aangenomen leerlingen naar hulpmonteur en van hulpmonteur groeien ze door naar monteur en verder. De kans is groter dat je ze vasthoudt als je ze zelf opleidt. Met stage- en banenmarkten en speeddates hebben ze bij InnQ effectieve manieren gevonden om jong talent enthousiast te maken én te selecteren.


Timo spoort met zijn verhaal de andere bedrijven aan tot samenwerking. Voor een speeddate had InnQ recentelijk 49 aanmeldingen, terwijl er het eerste halfjaar “maar” plek voor 12 plaatsingen waren. Die overige 37 leerlingen zouden prima bij andere bedrijven geplaatst kunnen worden. Hij sluit zijn verhaal dan ook af met de vraag ´Wie wil er meedoen?’. De zaal is in ieder geval om: aanwezigen geven aan het te gaan bespreken in de eigen organisatie of die ene stagiair die ze hebben eens goed in de watten te leggen. Want ja, de jongere generatie denkt anders, maar ze zijn wel de toekomst. InnQ laat zien dat je op een andere manier naar instroom kan kijken, dat de weg naar groei zit in investering in de opleiding van jonge of onervaren mensen. Ze kunnen nog niet veel en toch werkt het. 


Als mensen vanzelf op verjaardagen gaan vertellen hoe leuk het is om bij InnQ te werken en de vrienden, familieleden en partners van collega’s óók aan komen kloppen, dan weet je dat je goed bezig bent.