Interview met genomineerde Chantal

Welkom Chantal. Je bent genomineerd voor de Slimste Handen van Nederland, gefeliciteerd! Je werkt niet fulltime met je handen; je doet dat parttime, en bent ook auteur en columnist. Ik lees even de nominatie voor:

'Chantal is een IT-specialist en onderzoeksjournalist die veel doet om vrouwen in de techniek te promoten. Ze heeft slimme handen en een slim hoofd. Ze is auteur van meerdere boeken, maar is ook e-commerce specialist achter de draaibank en freesbanken, ook wel junior metaalbewerker. Ze beschikt over diverse technische vaardigheden. Daarnaast is ze sociaal ondernemer en stelt ze zaken aan de kaak om meer vrouwen te werven en te behouden voor de techniek. Ze is een neurodiverse vrouw in een door mannen gedomineerde wereld.'


Degene die jou genomineerd heeft, vindt jou ‘een enorm visitekaartje voor techniek-feminisme’ en daarom verdien jij het genomineerd te worden. Dat is erg mooi, maar wat zou jij over jezelf kunnen vertellen? Hoe vat jij dit allemaal samen?

Ja, dat is een goede vraag, veel mensen vragen dat ook. Ik vind het leuk om veel dingen tegelijk te doen. Ik ben in de e-commerce gerold. Daar werk ik nu twaalf, dertien jaar. Ik hielp bedrijven met het ontwikkelen van webshops. Ik was altijd de tussenpersoon tussen de developer en de klant, ook wel een soort externe product owner. Daardoor was ik veel met techniek bezig, vooral bij B2B-bedrijven. Daarnaast ben ik ook boeken gaan schrijven. Het eerste boek De IT girl, gaat over het gebrek aan vrouwen in de Nederlandse technologiesector en de impact op de technologische ontwikkelingen. Daarna schreef ik het boek Het Koopinfuus, dat gaat over hoe we verslaafd worden aan online bestellen. Sindsdien voel ik me niet meer thuis in de e-commerce zoals die altijd is geweest. Ik zie mezelf nu meer als tech-analist sociale impact en auteur en columnist. Soms noem ik mezelf professioneel ‘scheenbeenschopper’ omdat ik de status quo bevraag. Ik zet veel vraagtekens bij hoe dingen nu gaan. Soms gaan dingen echt heel onlogisch. Waarom doen we dingen zoals we die nu doen?

Daarnaast werk je ook met je handen. Kun je daar iets meer over vertellen?

Ja, dat komt door ons familiebedrijf. Mijn partner begon dat een aantal jaar geleden. Hij ontwerpt, produceert en verkoopt auto-accessoires. We hebben een productiebedrijf in Assen. We verkopen vooral aan de VS, Canada en Australië. Als het druk is, spring ik bij en sta ik achter de freesmachines of draaibank om onderdelen te maken.

Hoe ziet een typische werkdag er voor jou uit, gezien jouw brede taken? Heb jij wel zoiets?

Nee, ik plan mijn dagen op basis van wat er moet gebeuren. Bijvoorbeeld een dag produceren, dan sta ik achter de machine. Ik vind de combinatie van digitaal werk en met je handen werken geweldig. Je begint met een stuk materiaal en aan het einde van de dag heb je een onderdeel gemaakt. Wat mooi is aan met je handen werken, is dat het tastbaar wordt. Digitale dingen zijn minder tastbaar. Er stond iets in de krant over mensen die reserveringen maken bij een tandarts of restaurant en dan niet komen opdagen. Mensen geven online afspraken minder waarde dan bijvoorbeeld bellen naar de kapper of een restaurant binnenstappen.

De voldoening is dus groter bij iets dat tastbaar is?

Zo werkt ons brein. Dat vind ik mooi. Anders zijn het maar cijfertjes. Aan het einde van de dag kun je zien wat je hebt gedaan. Dat mis ik soms in het digitale. Je bent de hele dag bezig geweest en aan het einde van de dag denk je, wat heb ik nou eigenlijk gedaan? Bij met je handen werken kun je het daadwerkelijk zien.

Heb je altijd al deze waardering voor techniek gehad, of is dit pas gekomen toen je zelf ook met je handen ging werken?

Je wordt bewuster van de dingen die je ziet. Ook met technologie kan ik me verbazen over simpele dingen. Verschil in gebruiksgemak, zoals een goede zoekfunctie bij Netflix. Het is knap dat het werkt en dat we er zo aan gewend zijn. Vergeet niet de hoeveelheid mensen die digitaal geen toegang hebben. Dat zijn iets van 4 miljoen mensen in Nederland die digitaal niet vaardig zijn. Internetbankieren is voor hen vaak lastig te vinden, en een afspraak maken bij de tandarts kan vaak alleen nog maar online.

En daar schrijf jij ook over, toch?

Ja. Ik was altijd geïnteresseerd in technologie. Op de middelbare school leverde ik mijn profielwerkstuk in als website. Maar nooit een docent die zei dat een studie in de ICT of technologie wat voor mij was, omdat dat niet paste bij het stereotiepe beeld van technologie.

Als vrouw in een door mannen gedomineerde sector, wat heb jij geleerd en zou je anderen willen meegeven?

Wat ik zelf heb geleerd, is dat technologie geen mannenberoep is van oorsprong. Het idee dat technologie iets voor mannen is, is bedacht door een marketing team. Vrouwen hebben enorm veel ontdekkingen gedaan, maar nooit de erkenning gekregen. Daardoor denken we nog steeds dat het een mannenwereld is. Technologieën en techniek zijn belangrijk in onze samenleving. Ik maak me zorgen, vooral door de komst van AI. De interfaces zijn makkelijker geworden, ontwikkelingen gaan sneller. Mensen in de techniek moeten nog veel leren over AI. Deze periode is geschikt om de doelgroep, groter dan vrouwen alleen, aan te haken. Mijn zorg is dat als we die doelgroep nu niet aanhaken, ze voor altijd de boot hebben gemist.

Wie behoort er volgens jou tot deze doelgroep?

Vrouwen, mensen met een migratieachtergrond, vrouwen van kleur, neurodiverse mensen. Iedereen die zich nu niet thuis voelt in deze sectoren. Er zijn mensen in de techniek die een achterstand voelen met bepaalde technologieën. Dan kan je net zo goed iedereen meenemen. Wat las ik vandaag? Ze zijn prefab huizen aan het bouwen met robots, waardoor ze minder mensen nodig hebben. Het raakt iedereen, inclusief advocaten of consultants.

Maar ergens klinkt dat ook wel als mogelijke oplossing voor de huidige tekorten op de arbeidsmarkt.

Ja, maar dan moeten arbeiders weten hoe ze met een robot moeten werken. AI gaat je baan niet inpikken, maar mensen die ermee kunnen werken wel. Technologie moet er zijn voor iedereen. Digitale toegankelijkheid, de digitale kloof, mensen bewust maken van de noodzaak van technologie. Bedrijven zijn verantwoordelijk voor hun aannamebeleid en behoudbeleid. Ik heb geluk dat ik mijn fysieke techniek in mijn familiebedrijf kan doen: een veilige werkomgeving. Maar er zijn zat bedrijven waar vrouwen met veel passie hun werk doen maar door de bedrijfscultuur het plezier verliezen.

Wat is voor jou belangrijk binnen werk in het algemeen en werken met de handen specifiek?

Belangrijk is dat iedereen wordt gehoord. Niet de hardste schreeuwer de meeste aandacht krijgt. Genoeg erkenning. In samenwerkingen mis je vaak dat je zegt: ‘dat heb jij goed gedaan.’ Ook als iemand een goed idee heeft maar het niet goed kan communiceren, dat je helpt en het idee pitcht, maar wel aangeeft dat zij of hij het bedacht heeft. Niet zeggen dat het jouw idee is. Niet iedereen is goed in communiceren. Sommige mensen hebben langer nodig om na te denken voordat ze antwoord geven. Anderen geven meteen antwoord. Die hoor je dan altijd. De ander lijkt stil of niet geïnteresseerd. Maar die heeft misschien na een half uur een beter idee, alleen dan is het moment voorbij. Maar die mensen worden weggezet als niet slim genoeg, terwijl ze na een uurtje een inzicht hebben waar je niet aan gedacht had. Die moet je op de agenda zetten voor de volgende keer.

Hoe kunnen we meer naar deze mensen luisteren en hen meer waarderen?

Op een ander moment vragen hoe ze het ervaren hebben en wat hun ideeën zijn. Tijd nemen. Net als dat jij mij nu tijd geeft om mijn verhaal te doen. Dat is waardevol. Iemand wordt dan op waarde geschat. Sommige mensen hebben er niks van begrepen, anderen hebben langer nodig om na te denken. Anderen voelen zich niet comfortabel om zich uit te spreken, door taal of onzekerheid. Als manager, projectleider of collega moet je die mensen even aanspreken en vragen of ze het begrepen hebben of vragen hebben. Dat hoeft niet in een groep, kan ook één op één. Dan voelen mensen zich zekerder en durven de volgende keer wel wat te zeggen.

Wat zou je willen zeggen tegen jonge mensen die de technische sector in willen, maar misschien niet durven? Heb je daar een mooie tip voor?

Uiteindelijk gaat het om gewoon doen. Kies het juiste bedrijf om te beginnen. Besef dat het voor je toekomst de beste beslissing is. Daarna zoveel mogelijk leren en durven falen. Dat is het moeilijkste, je denkt dat je het niet kan. Maar wie kan het wel?

Komt dat overeen met het advies dat je je jongere zelf zou geven?

Ja, daar komt het op neer. Ik had bepaalde beslissingen anders willen maken. Dat is de tijdsgeest. Veel vrouwen van mijn leeftijd die ik tegenkom, vaak door bijscholing of omscholing, komen op een later moment in de techniek terecht. Vroeger hadden ze dan broers of een vader die ze enthousiast maakten. Door school, sociale druk, vriendinnetjes, gingen ze toch niet die kant op. Later besluiten ze dat hun hart in de techniek ligt. Iedereen die door bijscholing in de techniek is geraakt, heeft een rolmodel gehad. Vader, moeder, broer, neef, iemand in de omgeving die veel impact had. Daarom wil ik mensen in de techniek oproepen om te kijken wie zij kunnen inspireren. Wees een soort ambassadeur voor de techniek en ga bij jezelf na: ‘wie kan ik meetrekken?’ Neem kinderen mee naar een open dag of naar je werk en leg ze de dingen uit. Ik hoop dat we met z'n allen laten zien hoe mooi het is om met je handen te werken.

Hartstikke bedankt voor je tijd en dit interview, mooie call to action!